Over dit
werk

Object details

Titel: 
Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen
Datum: 
c. 1450
Medium: 
olieverf op paneel
Afmetingen: 
92 × 83,5 cm
Inventaris nummer: 
132
Inscripties: 
verso: La Ste Vierge/ sous les traits/ d'AGNES SOREL/ maitresse de Charles VII Roi de France/ morte en 1450/ Ce tableau, qui etoit/ dans le choeur de Nôtre Dame/ DE MEHUN/ est un voeu de Mte ETIENNE/ Chevalier un des executeurs/ testamentaires d'Agnes Sorel/ 1775 Gautier/avocat

Meer over dit werk

De tronende Madonna houdt het Christuskind op haar knie. Ze is gekleed als een koningin, met een hermelijnen mantel en een kroon versierd met parels en edelstenen. Maria is omringd door twee soorten engelen, volgens de invloedrijke christelijke denker Pseudo-Dionysius de voornaamste hemelse wezens. De rode serafijnen waren de hoogste in rang. Ze zijn het talrijkst en staan het dichtst bij Maria, met hun handen op haar troon. De blauwe cherubijnen stonden op de tweede plaats in de hemelse hiërarchie. Zij bidden op de achtergrond.
Het schilderij is het rechterpaneel van een tweeluik waarvan de andere helft zich in Berlijn bevindt. Daarop staan de opdrachtgever, Etienne Chevalier, en zijn patroonheilige, de heilige Stefanus, in een renaissancegebouw. Chevalier bidt terwijl Stefanus zijn hand op zijn rug legt. De twee panelen verwijzen naar elkaar: Chevalier richt zijn gebed naar het rechterluik en Christus wijst naar het linkerluik. Mogelijk reflecteert in de twee bollen links op Maria’s troon een raam van het gebouw op het linkse paneel.
Het originele tweeluik werd in 1661 gedetailleerd beschreven. Rond beide panelen zat een blauwe lijst versierd met borduursels en medaillons in email. Slechts één medaillon is bewaard: hij toont een zelfportret van Jean Fouquet (Louvre, inv.nr. OA 56). De twee lijsten waren aan elkaar bevestigd met scharnieren, wat betekent dat de diptiek gesloten kon worden. In gesloten toestand was de waarschijnlijk beschilderde achterkant van het Berlijnse paneel te zien. Deze voorstelling is spoorloos, omdat de drager op een onbekend moment doormidden is gezaagd. De oorspronkelijke vorm suggereert dat de diptiek diende als altaarstuk. Dit strookt met het gegeven dat het schilderij hing in de Notre-Damekerk in Melun, waar opdrachtgever Chevalier een kapel had.
Etienne Chevalier was de schatkistbewaarder van Karel VII van Frankrijk. Documenten over de opdracht zijn niet bewaard, maar een dendrochronologische en stilistische analyse suggereert dat het werk rond 1450 besteld werd bij Jean Fouquet, toentertijd Frankrijks belangrijkste kunstenaar en een uitzonderlijke schilder en miniaturist. Fouquet ontwierp de voorstelling van Madonna met serafijnen en cherubijnen waarschijnlijk niet voor Chevalier, maar voor Karel VII. Op röntgenopnames van zijn Portret van Karel VII, dat vóór het Antwerpse paneel geschilderd werd, is namelijk al een versie van de Madonna te zien. Het is niet duidelijk waarom Fouquet uiteindelijk besloot een portret van de koning over dit tafereel heen te schilderen. Er wordt verondersteld dat Chevalier na het zien van deze eerdere versie een herhaling bestelde.
Een oude traditie wil dat de Madonnafiguur gebaseerd is op Agnes Sorel (1422-1450), een maîtresse van Karel VII die om haar schoonheid werd geroemd. Waarschijnlijk klopt deze overlevering. Fouquets Madonna lijkt op Sorels grafportret in Loches, de enige bewaard gebleven 15de-eeuwse afbeelding van haar. Bovendien lijkt ook Maria’s kledij aan Sorel te refereren. Normaal werd de Madonna afgebeeld in een gewaad, maar hier draagt ze een jurk met ontblote schouders. Sorel introduceerde dit type aan het Franse hof. Haar innovatieve en onthullende kledij trok de aandacht van zowel tegenstanders als bewonderaars. Men achtte het lang onverenigbaar dat Sorel de rol van Maria kreeg in een altaar voor Chevalier. Toch is dit niet noodzakelijk problematisch. Mogelijk bracht Chevalier met het werk een hommage aan Karel VII of aan Sorel zelf. Sorel en Chevalier waren geen onbekenden: hij was de executeur van haar testament.
De Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen is een van dé iconische werken van het KMSKA. De spierwitte Madonna en Christus, in combinatie met de roodblauwe kleuren van de engelen, bezorgen het schilderij een surreëel en tijdloos effect. Toch was het niet altijd geliefd. Dat blijkt onder andere uit de beslissing van de kerk van Melun om het werk te verkopen (1775). Toen Florent van Ertborn het enkele decennia later aankocht, raadde een bevriende specialist hem aan het in een donkere hoek te hangen. Nadat Van Ertborn het paneel in 1841 aan het museum had gelegateerd, werd er aanvankelijk amper over geschreven. Pas sinds de vroege 20ste eeuw groeide Fouquets Madonna uit tot een gelauwerd meesterwerk.

Verwervingsgeschiedenis

Opdracht van Etienne Chevalier (ca. 1410-1474), schatkistbewaarder van koning Karel VII van Frankrijk, rond 1450; geïnstalleerd op het altaar van zijn kapel in de Notre Dame, Melun; in 1773/1775 ontmanteld en verkocht; vermoedelijk tijdens de Franse Revolutie naar Parijs gebracht; daar op een onbekend tijdstip gekocht door ridder Florent van Ertborn; gelegateerd aan het museum door ridder Florent van Ertborn, 1841.

legaat van: ridder Florent van Ertborn, 1841

Copyright en legaal

Deze afbeelding mag gratis gedownload worden. Voor professioneel gebruik of meer informatie kun je het contactformulier invullen. Lees hier meer.